
Wat mediteren doet – deel 4
Inzichten tijdens mediteren
Tijdens de meditaties kwamen allerlei soorten gedachtes op, uiteraard. Toch kon ik er al snel een aantal rode draden uitpikken, waar ik soms best door verrast was. Ik zag mezelf bijvoorbeeld totaal niet als faalangstig. Ik ga altijd van alles aan, en oefen het liefst direct met dingen die ik heb geleerd, om iets onder de knie te krijgen. Ik ben niet bang om daarin fouten te maken, of dat dingen mislopen: ik die het als manieren om erachter te komen of iets bij me past, bijvoorbeeld.
Onbewuste angst
Maar tot mijn verbazing kwamen er regelmatig gedachtes op die ik plaats in de categorie faalangst, maar die een wat diepere angstlaag aanraakten. Voorbeelden: gedachtes over mijn identiteit, wie ben ik nu helemaal? Kan ik nog wel waar ik voor heb geleerd? Wat ben ik nou eigenlijk aan het doen, wat stel ik nu eigenlijk voor? Ik kan dit (dingen die ik moet doen) toch helemaal niet. Wat wil je nou doen met je leven? Gedachtes met onzekerheid over werkgebied: straks heb ik niet genoeg werk/inkomen, wie denk ik wel niet dat ik ben, dat ik een boek wil schrijven? Zitten ze wel op mij te wachten? Wat zijn die cursussen nou eigenlijk allemaal waard geweest? Wat kan ik nou helemaal? Gedachtes in strengheid over mezelf: ik moet beter voor mezelf zorgen, waarom heb je dit nu gedaan, ik ben te dik, etc. Deze gedachtes gingen m.n. over mijn lichaamsbeeld en bepaalde normen die ik mezelf opleg (ongemerkt dus).
Innerlijke criticus
Het is best wel confronterend om te merken dat er zoveel kritische stemmen op de achtergrond draaien die je niet bewust bemerkt. En daarmee tegelijkertijd ook een heel prettig idee dat ik door te mediteren een deel van die stemmen op kan ruimen, en mijn systeem wat neutraler of eerlijker kan maken om meer onbevangen een dag te beginnen. De innerlijke criticus die steeds commentaar levert, is direct ook een uitnodiging om een ander antwoord op te geven.
Een antwoord vormen
Bijvoorbeeld het zinnetje ‘wie ben ik nu helemaal’ heb ik vervolgens in positieve zin voor mijzelf beantwoord. Ik heb bedacht hoe ik mijzelf nu zie (in positieve, opbouwende termen), en vooral ook bedacht wie ik wíl zijn. Daarmee heb ik voor mijn gevoel ook steeds een tegenwicht om die kritische stemmen op te vangen.
Ruimte voor nieuwe overtuigingen
Het mooie is ook om te merken dat ze wegebben, die stemmen. Niet helemaal hoor, en soms zijn ze er ineens weer in volle hevigheid, maar er komt ook ruimte voor ander soort gedachtes of herinneringen of ervaringen. Gewoon de dagelijkse mijmerzaken, to-do lijstjes of andere onbelangrijke zaken. Maar ook bijvoorbeeld ineens weer een herinnering aan iemand die ik al heel lang niet meer heb gezien of gesproken. Of ineens een ingeving die ik kan gebruiken in mijn werk.