Woorden van Boeddha – deel 1

Woorden van Boeddha – deel 1

Hoe zaken op z’n plek kunnen vallen

Ik las laatst het boekje ‘woorden van Boeddha’, waarin ik getroffen werd door een aantal van zijn uitspraken. Ze vielen voor mijn gevoel meer op hun plek in al mijn gepeins en plannenmakerij van afgelopen maanden. Zittend bij ons haardje onder een dekentje, las ik de volgende uitspraken. Ik neem je mee in mijn gedachten hierbij en hoe ik ze plaats in mijn huidige situatie.

 

Je bent zelf je beste leraar

‘Als een reiziger niemand ontmoet, die zijn meerdere of zijn gelijke is, laat hij moedig volharden in zijn eenzame reis; daar is geen samenwezen met een dwaas.’

Nu wil ik niet beweren dat ik van niemand iets kan leren. Ik denk eerder dat het momenteel zo is dat ik de juiste leraar nog niet ben tegengekomen. En tegelijkertijd leer ik meer dan ooit, door me meer in mijn eigen binnenwereld te verdiepen. Ik denk dat ik ook het meest te leren heb als ik juist alleen ben. Dit heb ik tijdens mijn 10 daagse Vipassana al ontdekt: ik was eenzamer dan ooit, iets wat ik zwaar onderschat heb. Het heeft me doen beseffen dat ik veel meer afhankelijk ben van anderen dan ik dacht. In het noodgedwongen alleen zijn, kwamen ook andere inzichten die waardevol waren. Maar de setting was voor mij niet prettig. Als ik straks op solotocht ga, dan bepaal ik zelf voor een groot deel de omstandigheden, en dat voelt passender. Ik weet nu al dat het alleen zijn in het donker, het niet kunnen delen van ervaringen, last of bijvoorbeeld de tent afbreken, zal ook het nodige teweeg brengen. Ik ben compleet op mezelf aangewezen. Als ik pijn heb, verdwaald ben, me ellendig voel. Ik zie daar op een gekke manier ook naar uit, terwijl ik ook besef dat dit juist mijn grootste leermeester zal zijn. Hetgene dat me aanspreekt, is het onderliggende vertrouwen dat ik er, hoe dan ook, sterker uit ga komen. Ik heb al vaker de grenzen opgezocht en verlegd, en daarmee de ervaring dat ik veel meer kan dan ik denk. Niet alleen ik, iedereen. Maar niet iedereen zoekt nog die ervaring op.

 

Status en ego zijn niet meer nodig

‘Kennis voert tot gewin, kennis voert tot Nirwana. De leerling van boeddha, die dit doorziet, zal onverschillig zijn voor eerbetoon; hij zal streven naar afzondering van de wereld.’

Wat is dat toch, dat mensen soms streven naar afzondering van de wereld? Dat pelgrimstochten en thruhikes steeds populairder worden, als een bron van zingeving? Ik vermoed dat het terugtrekken uit de maatschappij en je eigen, vertrouwde omgeving, je in een andere modus plaatst, waardoor je gedwongen wordt op een andere manier tegen het leven en gebeurtenissen aan te kijken. Het helpt om anders, meer flexibel te gaan denken en ander gedrag uit te proberen, simpelweg omdat je in een situatie zit waarin je oude gewoontes, neigingen en patronen niet meer toegepast kunnen worden. Je valt daarmee als het ware door de mand, tenzij je je aanpast. In deze uitspraak van Boeddha is afzondering van de wereld misschien een gevolg van kennis en verlichting, maar voor mijn gevoel kan het beiden kanten opgaan: in afzondering leven, al is het maar een poosje, kan helpen om tot kennis en inzichten te komen. Om zaken meer in perspectief te plaatsen. Om alles wat je vanzelfsprekend neemt, met dankbaarheid te benaderen. Om weer te herinneren wat er écht toe doet. Ik verwacht niet direct dat ik, of welke langeafstandswandelaar dan ook, verlicht terug kom, maar misschien wel in een laagdrempelige, praktischere uitleg: het is een verlichtende gedachte als je beseft maar weinig nodig te hebben, dat je dingen kunt wegstrepen die er bij nader inzien toch niet toe doen. Het helpt, vermoed ik, relativeren.

 

Moderne nomaden?

‘De wijze moet de duisternis verlaten en het licht volgen. Zijn huis verlatende en huisloos zwervend, moet hij vreugde zoeken in de eenzaamheid, waar het moeilijk scheen vreugde te vinden.’

De duisternis wordt ook wel als ‘huis’ vertaald. De wijze moet zijn huis verlaten en het licht volgen. Het is een intrigerende zin. Wat ik eruit haal is dat het verlaten van je huis, en meer gaan zwerven zonder vaste verblijfplaats, je wijzer kan maken. Het is toch bijzonder dat er staat dat je in plaats van thuis te blijven, het licht moet volgen. Alsof ‘thuis’ of ‘huis’ een donkere, vervelende plek is. Zo ervaar ik dat niet. En tegelijkertijd herken ik het wél. Ik schreef in mijn blog over de gouden kooi, daar heeft het volgens mij mee te maken. Het huis bind ons, het kooit ons deels. Wat thuis is, zit hem niet in de stenen muren, maar veel meer in een gevoel in jezelf, en wat je verbindt met belangrijke anderen, die het voor jou tot thuis maken. Toch zou ik niet zwervend willen bestaan, ik zou ergens die stabiliteit willen hebben van een eigen plekje, hoe klein ook. Iets om naar terug te kunnen keren. De tweede zin herken ik als een grote uitdaging bij mijzelf: vreugde zoeken in de eenzaamheid, waar het moeilijk scheen vreugde te vinden. Het geeft in ieder geval de belofte dat het mogelijk is, om je goed te voelen in eenzaamheid. Ik heb inderdaad ondervonden dat die eenzaamheid heel erg naar en beklemmend kan voelen, maar ik heb ook een vermoeden dat dit niet altijd zo hoeft te zijn. Ik heb andere ervaringen waarin ik inderdaad prima alleen kan zijn. Ik wil verder onderzoeken en ervaren waar die verschillen dan in zitten.

 

Verhuizen en emigreren, of loskomen van het bekende?

‘tot inzicht gekomen, gorden zij zich aan. Zij blijven niet in hunne woonplaats; als zwanen die hun poel verlaten, verlaten zij hun huis en hof.’

Waarom zou dit zijn? Ik merk zelf dat ik de laatste jaren inderdaad tot inzicht ben gekomen dat ik veel meer in de natuur wil leven, buiten wil zijn, mijn kinderen lessen wil meegeven over wat echt belangrijk is. Ze weer leren bomen herkennen en onderscheiden, in plaats van fast food ketens aan hun logo’s. Ik ben tot inzicht gekomen dat het belangrijk is zélf actie te ondernemen en niet je vertrouwen buiten jezelf te plaatsen, zeker niet in handen van grote instanties of overheden, omdat de belangen en motieven van hun optreden discutabel zijn, en vaak ver afstaan van wat er in jouw belang ligt. Daarvoor is het belangrijk je intuïtie te leren gebruiken, en die train je naar mijn idee door veel meer in de natuur te zijn, weg van alle prikkels, afleidingen en verstoringen die je waarneming verder vertroebelen. Win-win dus, om meer de natuur in te gaan. En voor mij staat dat trouwens niet gelijk aan je woonplaats verlaten. Die natuur vind ik in mijn geval al in mijn woonplaats. Ik denk dat de Boeddha het hier meer heeft over even afstand nemen van je woonplaats, om je leven meer in perspectief te kunnen plaatsen. Om ook te ontdekken wat er nog meer mogelijk is, om je te helpen inzien hoe het eventueel anders kan. Daarbij kan weggaan, al is het maar tijdelijk, wel behulpzaam zijn vermoed ik.

Volg me en deel als je wilt
Pin Share

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *