Woorden van Boeddha – deel 3

Woorden van Boeddha – deel 3

Afzondering en eenzaamheid als leermeester

In deel 1 van deze reeks ging ik al in op mijn reflecties op de woorden in combinatie met mijn toekomstige plannen. In deel 2 ging ik verder over de plek in de natuur en de verschillende manieren om naar vrijheid te kijken. Vandaag deel 3 van deze reeks.

Verschil tussen eenzaamheid en alleen zijn

‘wie de zoetheid geproefd heeft van afzondering en rust, is vrij van leed en vrij van zonde, wijl hij de zoete drank indrinkt der waarheid.’

Er is meer eenzaamheid dan ooit in de wereld, terwijl er tegelijkertijd meer mensen zijn dan ooit. Eenzaamheid hangt niet samen met alleen zijn. Wie alleen is, hoeft niet eenzaam te zijn. Je kunt andersom eenzaam zijn te midden van anderen. Dat is de meest pijnlijke vorm van eenzaamheid, omdat je op die momenten geen verbinding voelt met anderen. Alleen zijn is wat mij betreft een staat die iedereen zo nu en dan nodig heeft. Me-time in moderne begrippen. Dat alleen zijn is in ons drukke bestaan geen vanzelfsprekendheid meer. In Nederland moet je echt je best doen om alleen te zijn, zonder afleidingen en zonder door anderen gestoord te worden.

In het buitenland lukt dit al wat gemakkelijker. Maar ook op andere tijdstippen lukt het nog prima om in afzondering en rust te zijn. Zo loop ik heel graag met de zonsopgang, zeker in de winterperiode, waar het nog vroeg is en fris, waardoor de kans op andere mensen een stuk lager is. Als ik doordeweeks loop kom ik ook minder mensen tegen. Maar als ik deze uitspraak lees, bedoeld de Boeddha hier misschien wel een langdurige ervaring, omdat mensen tijd nodig hebben om zich te ontdoen van alle prikkels en indrukken van alledag, en in een vertraging te komen, waarin ze gaan ervaren dat rust en afzondering inderdaad heel fijn kan zijn.

Ik weet uit ervaring dat de eerste uren en dagen juist heel erg confronterend kunnen zijn: de verveling slaat toe, je hebt allerlei standaard neigingen zoals je telefoon erbij pakken of iemand bellen om dingen te delen. Het is dus echt afkicken om jezelf als enige gezelschap te kunnen verdragen én waarderen. Je leert jezelf dan op een heel andere manier kennen. Dat is naar mijn idee wat de Boeddha bedoelt met de zoete drank van de waarheid: inzichten in jezelf, zonder alle laagjes eromheen die we normaal gesproken in het leven hebben.

Het leven in afzondering en rust is iets dat ik ook doelbewust wil opzoeken. Ik weet dat daar nogal wat angsten bij mijzelf liggen, die misschien niet helemaal terecht zijn. Door de ervaring van afzondering en alleen zijn, tot rust komen, hoop ik ook tot nieuwe inzichten en ervaringen te komen, en uiteindelijk tot meer vertrouwen in mezelf. En daarmee dus ook tot meer verbinding met mezelf. Als je goed verbonden bent met je zelf, dus goed in contact staat met jezelf, dan is het ook gemakkelijker om in verbinding met anderen te komen. Wat een opstapje is tot minder eenzaamheid en meer écht contact.

Het zoeken van rust en afzondering is in mijn ogen juist niet egoïstisch, maar nodig om sterker in je schoenen te staan en daarmee een voorbeeld te zijn voor anderen, om ook ontvankelijker en toegankelijker te worden voor anderen. Wat mij betreft is persoonlijke ontwikkeling altijd een goed idee, omdat je indirect de mensen om je heen positief beïnvloed.

 

Afgezonderd van de rest van de wereld

‘alleen zittend, alleen slapend, alleen gaande zonder ophouden, alleen zich bedwingende, laat zo de mens gelukkig leven aan de rand van het woud.’

Wat een prachtige tekst vind ik dit, omdat het mijn grote dromen raakt. Ik zou zo graag een huisje in de natuur willen bewonen, aan de rand van het woud, of misschien in het bos. In de heuvels, met kreekjes en riviertjes in de buurt. Met genoeg plek voor moestuinen, boomgaarden met fruit- en notenbomen, een plek voor dieren, een plek om mensen te ontvangen voor ultieme natuurbeleving. Waar mijn kinderen boomhutten bouwen en schommelen tussen de bomen. Waar we vanuit onze voordeur de natuur instappen en eindeloze wandelingen kunnen maken. Waar mijn man het hout hakt van onze eigen bomen op ons terrein, om het vuur op onze vuurplaats mee aan te steken. Waar we zomers op onze rug in het gras liggen en ons vergapen aan de sterren boven onze hoofden en vuurvliegjes vangen. Waar ik de rust vind om te schrijven, te mediteren, te zijn, zonder iets te hoeven worden, zonder iets na te streven.

Maar dat is nog niet alleen, hoewel het wel alleen is in de betekenis van afgezonderd zijn van de rest van de wereld. Het echte alleen zijn is weer een andere ervaring, die zoals eerder genoemd meer zit in het geconfronteerd worden met jezelf om zo meer te leren over jezelf op een andere manier. Ik vind het bijzonder hoeveel van dit soort teksten de Boeddha heeft gezegd of opgeschreven. Pelgrimstochten zijn van alle tijden en momenteel zelfs populairder dan ooit. Dat is naar mijn idee geen toeval. Mensen zijn op zoek naar zingeving, en zoeken die vaak in de vorm van pelgrimstochten.

Al eeuwenlang gaan monniken en andere gelovigen alleen op pad en trekken de wereld over. Ze worden bovendien met veel respect begroet en onthaald. Nog steeds hebben reizigers en pelgrims een bijzondere status in veel landen. Ik vind dit mooi, en hoewel het misschien niet goed in woorden is uit te leggen, geeft het naar mijn idee wel aan hoe waardevol een langere solotocht is. Veel mensen die bijvoorbeeld de camino de Santiago de Compostella of een thruhike zoals de PCT hebben gelopen, geven na afloop aan dat ze zijn veranderd. Vaak voorgoed. Ze voeren veranderingen door in hun leven, in hun baan, huisvesting, relaties, mindset en andere grote levensgebieden. Blijkbaar is de voorwaarde om dit alleen aan te gaan en door te maken om tot zulke belangrijke wijsheid en inzichten te komen.

 

De waarde van samen de natuur in trekken

‘als iemand een verstandig makker vindt, die met hem wandelt, ernstig, vastberaden, ingetogen, dan kan hij met hem trekken, alle gevaren trotserend, gelukkig, maar bedachtzaam.’

Dit is precies waarom ik met mensen de natuur in trek. Waarom ik en anderen tot hun recht komen in gesprek tijdens het lopen in de natuur. Waarom je de beste gesprekken hebt als je met iemand wandelt, met wie je de diepte in kan gaan, met wie je kan reflecteren en spiegelen in een omgeving die zo natuurlijk is, dat we onszelf helemaal veilig en op onze plek voelen. Waarin de setting, van het naast elkaar zijn, samen in dezelfde richting lopend, in verbinding en contact maar zonder de bedreigende confrontatie van direct oogcontact helpt om jezelf en de ander beter te leren kennen. Waarin stiltes mogen vallen zonder ongemakkelijk te worden, waarin gemijmerd en overdacht kan worden, terwijl ons lichaam nog in beweging is, om ons brein te helpen het gezegde te verwerken.

In het wandelen is concentratie nodig, de focus in het hier en nu, om obstakels te omzeilen, je richting te bepalen, je voeten goed neer te zetten. Maar ook om uit je comfort zone te stappen, je grenzen te verleggen en jezelf op andere manieren te leren kennen. Waar je te maken krijgt met tegenslagen, vermoeidheid, pijn, honger, dorst, kou, gevaren en angsten. Maar waarin je leert dat dit relatief is, altijd in beweging, dat er altijd een oplossing is en een einde komt aan lijden, dat je bovendien veel méér kan dan je dacht, dat je trots kunt zijn op wat je presteert, dat je afziet maar daar tevreden en voldaan op terug kan kijken.

De natuur, het wandelen met een sparringpartner, vooral gedurende langere tijd, is wat mij betreft een perfecte metafoor voor het leven zelf, en kan tot diepgaande en verrijkende inzichten leiden, die je, letterlijk en figuurlijk, een andere weg kunnen doen inslaan in je leven. Dat is waarom ik wandelcoaching geef, mini avonturen doe en hiken & helen aanbied. Ga mee naar buiten, voor een reis naar binnen.

Volg me en deel als je wilt
Pin Share

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *