‘Wat voor weer is het in je buik?’ – over emoties
Emotionele inflatie
Het valt me op dat er zo veel kinderen worden aangemeld die moeite hebben met hun emoties. Ze hebben weinig woorden voor hun gevoelens en zeggen bijvoorbeeld ‘niet leuk’ als ik vraag hoe ze zich ergens bij voelen. Er lijkt af en toe wel sprake van een soort emotionele inflatie. En niet zelden ligt dat aan de basis van veel klachten waar kinderen (en ouders) mee komen.
Nuchtere Nederlanders
Nu is het ook de Nederlandse maatschappij: de nuchterheid van ons kikkerland voedt ons op met moralen als ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ en ‘niet lullen, maar zakken vullen’. Stilstaan bij je binnenwereld is ons vaak vreemd, en wordt al gauw als zweverig betiteld: “ik ben niet zo’n prater”.
Zo was het dus ook bij het meisje dat ik een tijdje terug zag. Ze werd aangemeld omdat ze snel jaloers was, moeite had met delen en zich snel achtergesteld voelde. Ik zag haar nu voor de tweede keer, en van ouders had ik al begrepen dat dit meisje dichtklapte als je het over gevoelens had. Ze dook dan letterlijk weg: liet haar hoofd hangen, trok haar shirt half over haar gezicht heen en gaf geen antwoord meer op de vragen.
Dit vroeg dus om een meer indirecte benadering. Want de klachten waarmee ze werd aangemeld, hadden uiteindelijk allemaal wel te maken met haar gevoel, dus dat zou hoe dan ook aan de orde moeten komen. En eigenlijk geldt dat natuurlijk voor alle cliënten, want ergens heeft iedereen ergens last van en wil iedereen zich weer gelukkig voelen.
Emotieregulatie
Het meisje kwam vrolijk binnen, had een grote glimlach en vertelde spontaan over wat haar maar te binnen schoot. Ze wilde graag een tekening van de vorige keer afmaken, de verwerking van een dagdroom (waarover later meer). Dit is een techniek die ik veel gebruik voor o.a. het stimuleren van een gezonde emotieregulatie. Voordat ze hieraan begon, vroeg ik haar eerst om nog even haar ogen te sluiten en zich voor te stellen hoe het beeld er nu uitzag: was er nog iets veranderd? Ze gaf aan dat er dieren bij waren gekomen, die zich in de boom nestelden.
Spiegelen
Terwijl ze kleurde, bleef ik spiegelen. Ik benoemde alles wat ze deed: ‘zo, je kiest je kleurtjes zorgvuldig uit’, ‘hmm ik zie dat je graag wil dat er een scherpe punt aan zit’, ‘wat kijk je met veel aandacht naar je tekening’, ‘je ziet het precies voor je he?’. Dit spiegelen is essentieel voor het gezien worden, het voelen van begrip, erkenning, het meeleven. Het vormt de basis voor bijvoorbeeld het aangeven van vervelende dingen.
Symboliseren
Het meisje kleurde inderdaad rustig en geconcentreerd, met veel aandacht. Ze tekende de diertjes in de boom, en ik vroeg me hardop af: ‘hoe zou die boom dat vinden, die diertjes in zijn takken?’, waarop ze direct reageerde: ‘die vind het gezellig, want nu krijgt hij eindelijk eens wat aandacht! Hij staat daar naast een weg, daar rijden steeds maar auto’s langs en die mensen letten alleen maar op de weg, die zien die boom helemaal niet staan’. Ik was ontroerd door dit pure antwoord, want door in beelden te praten (te symboliseren), kan een kind veel gemakkelijker iets van zijn binnenwereld delen. En hoewel dit meisje waarschijnlijk helemaal niet de link legt met zichzelf, helpt het onbewust wel om meer van jezelf te gaan snappen. Deze processen gaan vaak onbewust en hoeven ook niet uitgelegd te worden, liever niet zelfs.
“Die boom krijgt nu eindelijk eens wat aandacht!”
‘Goh zeg die boom stond daar dus maar, met al zijn kleuren, en niemand die hem zag! Hoe zou hij zich hebben gevoeld?’. ‘Niet zo prettig’, zei het meisje. Ook zij had duidelijk weinig woorden om de gevoelens te benoemen. Een werkpunt dus voor de behandeling. ‘En hoe vinden die diertjes het daar, in de boom?’, ging ik verder. ‘Fijn, want die auto’s hebben vieze stinkgassen en daar in de boom ruiken ze dat niet’. Ook hier kwam er duidelijk een stukje gevoel naar boven, wat er gewoon mocht zijn. Het is niet belangrijk om te weten wat dit ‘betekent’. Vaak weten kinderen dit zelf wel, soms komt dit later, soms komt het niet. En als het niet komt, dan is het ook prima.
Weerstand
Uiteindelijk was de tekening klaar. We vervolgden met een ander taakje, waarin ik haar vroeg verhaaltjes te bedenken bij platen van dieren die ik haar gaf. Maar direct bij de eerste taak merkte ik weerstand. Ze bleef lang stil, zei geen verhalen te kennen en dat ze over één plaat geen verhaal kon vertellen. Ze leek bozig, en ik benoemde dat: ‘hè dat vind je geen leuke taak zeg, je lijkt er wel een beetje boos van te worden’, wat leidde tot een luide uitroep van haar kant: ‘Niet!!’, waarna ze haar handen voor haar ogen sloeg en niets meer zei. Ik had duidelijk iets geraakt bij haar, maar was nog aan het zoeken waar het mee te maken kon hebben. Zoals haar ouders mij al hadden gewaarschuwd, klapte ze dicht.
Erkenning geven
Aan ouders geef ik vaak de tip om te benoemen wat je ziet, ook al weet je niet precies hoe je kind zich voelt. En dat doe ik uiteraard in therapie ook. Dus gokte ik een beetje in de richting die ik dacht, om haar de erkenning te geven die ze zo nodig had: ‘jeetje dit vind je echt een vervelende taak zeg. Je vind het misschien wel lastig dat het niet lukt en dat maakt je verdrietig of boos, klopt dat?’. Na een paar van soortgelijke opmerkingen begon ze te snikken en stortte ze ineens haar hart uit: ze was gepest op school, haar bouwwerk was in elkaar gegooid, ze had afgesproken met een vriendinnetje maar haar moeder was de afspraak vergeten en ze waren allebei vergeten dat ze vandaag naar therapie moesten. Hierdoor miste ze de middag op school, en precies dié middag gingen ze leuke dingen doen waar ze zich zo op had verheugd. En nu ging ik ook nog eens hele lastige dingen van haar vragen wat ze gewoon heel moeilijk vond.
Wat voor weer is het in jouw buik?
Bijna was ik gaan applaudisseren, want wat was dit knap van haar! Ze had zo precies verteld wat er speelde en wat haar zo verdrietig en boos maakte, iets wat ze eigenlijk nooit kon. Een grote stap voor haar! Om haar emoties te reguleren en haar te helpen dit verdriet en de teleurstelling te verwerken, vroeg ik haar het volgende: ‘als je nu eens voelt hoe het nu binnen in jou lijf voelt, wat voor weer is het dan nu in jouw buik?’. Ik schoof haar een blaadje en potloden toe, die ze zonder een woord te zeggen pakte.
Verwerking
Wat volgde, was een mooie illustratie van haar overlopende emoties, die kriskras door elkaar liepen in haar binnenwereld: ze begon te krassen, grote grijze krullen van een dikke wolk, waarna ze de ene bliksemschicht na de andere eronder kraste. Met veel bravoure en kracht en met ferme halen werd alles neergekalkt: er kwamen tornado’s, wind, dikke regendruppels, en uiteindelijk nam ze een hand vol kleurtjes die ze tegelijkertijd over het papier joeg. Toen zuchtte ze diep en grinnikte een beetje verlegen. Ik bleef ondertussen steeds maar spiegelen, om haar te laten weten dat ze niet alleen was in haar stress, dat ik haar zag, dat haar rotgevoelens er gewoon mochten zijn.
Ik zuchtte oprecht met haar mee, de spanning van net was weggevloeid. ‘Hoe voel je je nu?’, vroeg ik na een korte stilte. Spontaan draaide ze haar blad om en begon dit keer rustig te kleuren, een kleinere wolk nu. Nog steeds met wat regendruppels en een beetje wind. Maar wat belangrijker was, was de zon, die langzaam doorbrak.
2 gedachten over “‘Wat voor weer is het in je buik?’ – over emoties”
Wat mooi verwoord Mies!
Knap dat je kinderen uiteindelijk toch aan het ‘praten’ krijgt.
Dankjewel Esther!
Dat is soms een hele klus, maar uiteindelijk in deze sessie met een goed resultaat 🙂