
Registratietraject orthopedagoog generalist deel 1
De start van de nascholingen
Vers van de universiteit, met een halve pabo, HBO pedagogiek, pre-master en master Orthopedagogiek achter de rug. Ik dacht dat ik wel even klaar was met studeren. Wat een mazzel had ik, dat ik kon werken op mijn stageplek, en ik was in mijn nopjes met het part-time werken nu ik net moeder was geworden. Maar ik kwam er al snel achter dat die rust niet voor lang was. Als ik nu op die periode terugkijk, denk ik wel eens: waar begon ik aan? Ik had niet kunnen voorzien hoe pittig dat traject was.
Verplicht verder studeren
Als je studeert, krijg je vakken als diagnostiek en behandeling. Je wordt voor je gevoel opgeleid om straks mensen te behandelen. Niets is minder waar, en dat was een behoorlijke tegenvaller toen ik dat ontdekte. Wil je zelfstandig mensen behandelen, dan moet je namelijk geregistreerd zijn als hoofdbehandelaar. Daarvoor heb je een BIG-registratie nodig (GZ-psycholoog), of een OG (Orthopedagoog Generalist) registratie. En dat bleek een heel ingewikkelde klus om die te krijgen.
De sprokkelroute
Eerlijk is eerlijk, ik had geen idee waar ik aan begon toen ik begon. Maar er was weinig keus: wilde ik werken, dan moest ik een registratie hebben, anders kon ik de behandelingen niet vergoeden. En al helemaal niet nooit de praktijk overnemen. Al snel kwam ik er achter dat de GZ-opleiding in mijn geval uitgesloten was. Dat was op de werkplek waar ik zat niet mogelijk. De OG-route wel: zij hebben een zogenaamde ‘sprokkelroute’, waar je zelf punten voor nascholing bij elkaar mag verzamelen. Klinkt simpel, maar dat viel behoorlijk tegen.
Plannen
In de praktijk kwam het er op neer dat ik avonden lang bezig was met plannen, plannen en nog eens plannen. Eerst bedenken welke cursussen ik wilde volgen, dan bekijken op welke dagen dat was, zoveel mogelijk buiten werkdagen plannen, oppas regelen voor die dagen, inschrijven en hopen dat het niet al vol zat (wat helaas vaak voorkwam). Vervolgens moest ik rekening houden met de puntenverdeling: er moesten punten voor diagnostiek, behandeling, overig en literatuur gehaald worden. Als ik meerdere cursussen tegelijk volgde, moesten die elkaar ook niet overlappen. Het was ontzettend frustrerend en tijdrovend.
De plussen en minnen
De cursussen zelf waren vaak héél leerzaam en interessant. Ik ben in die jaren enorm gegroeid in mijn professionaliteit en expertise. Zonder die nascholing zou ik me nooit zo zeker in mijn werk hebben gevoeld. Maar na ongeveer 4 jaar begon de hoeveelheid me op te breken. Ik moest tegen die tijd cursussen gaan uitzoeken op de punten: had ik nog 12 punten voor diagnostiek nodig, dan koos ik maar een cursus met veel van die punten. En dat stond me tegen: ik wilde gewoon kiezen wat ik nodig had voor mijn werk, en dat ging op een gegeven moment niet meer.
Kop vol kennis
Bovendien had ik aan het einde van het traject het gevoel dat er niet meer kennis bij kon: alles wat ik aan nieuwe kennis opdeed, ging voor mijn gevoel ten koste van kennis die ik eerder had opgedaan. Het was alsof er iets op een overvolle tafel werd geschoven, waardoor er aan de andere kant spullen van af vielen. Gelukkig kreeg ik bij elke cursus mappen vol met naslagwerk, maar puntje bij paaltje maak ik daar in de praktijk te weinig gebruik van.
Eindeloos reizen
Helaas was er toen ik begon nog geen nascholing in de buurt. Dat betekende dat ik voor bijna alle cursussen naar Amsterdam, Amersfoort of Utrecht moest afreizen. Ik heb heel wat uurtjes in de trein gemaakt, en nog nooit zoveel afschrijvingen in korte tijd gezien voor het automatisch opladen van mijn OV-chipkaart.
Druk op het gezin
Het klinkt, als ik het zo opschrijf als een grote misère, maar dat was het natuurlijk niet. Ik ben ontzettend blij en trots dat ik dit traject heb doorlopen en voltooid, en het heeft me gebracht waar ik nu sta. Maar tijdens het traject heb ik alle drie mijn kinderen gekregen, hebben we thuis de gehele bovenverdieping uitgebouwd én moest ik dus elk vrij moment besteden aan het lezen van literatuur, maken van opdrachten of naar cursus gaan. Ik vond het vooral frustrerend dat ik het gevoel had dat ik geen keus had en niet meer terug kon: je moet het binnen een bepaalde termijn afronden, anders vervallen je punten. Dat legde enorme druk op me.