De lessen uit 2019
Terugblik op 2019
Eind december, de periode om terug te blikken op het afgelopen jaar, en vooruit te kijken naar het nieuwe jaar. Ik heb hier min of meer noodgedwongen al een tijdje terug over na moeten denken. Toen ik ineens klachten kreeg, zó moe was en me totaal niet meer kon concentreren. Het water stond me aan de lippen, zo voelde het, en het overviel me zó erg, dat ik in eerste instantie niet goed begreep waar dit vandaan kwam. Hoe kon ik nou, die niet zo snel uit evenwicht te brengen is, die signalen van mijn lijf hebben gemist?
Signalen gemist
Ik schrok ervan, en nam het direct serieus. Want ik ken helaas de voorbodes van overspannenheid, en daarmee een burn-out maar al te goed. Ik ben daar voor mijn werknemers heel alert op, maar blijkbaar vergat ik mijzelf. Het zette me aan het denken: hoe is het zo ver gekomen? En eigenlijk was het bij nader inzien misschien helemaal niet zo vreemd. Jarenlang verbouwen in een huis dat nog steeds niet af is, het opzetten van een hele praktijk, het draaiende houden van een gezin met 3 kinderen en daarbij ook een leuke moeder en vrouw zijn, het zorgen voor mijn werknemers en natuurlijk mijn cliënten, het omgaan met alle tegenslagen en bureaucratie vanuit de gemeente, het volgen van opleidingen, het ook nog gezond willen zijn en dus voldoende sporten en gezond eten…
Rustpunt en grenzen
Ik mis een rustpunt. Ik woon letterlijk in mijn werk, en dat heeft veel voordelen, maar ook nadelen. Ik merk nu pas, dat ik hierin de grenzen veel te veel heb laten wegvagen, dat ik geen rustpunt had. Een moment en een plek waarin ik écht even iets anders dan werk kan doen, iets ontspannends, niet altijd maar iets ‘nuttigs’. Als de schoonmaakster komt, dan ga ik mee helpen, als ik mezelf toesta iets te lezen, dan moet het iets van m’n werk zijn. Ik sta mezelf niet toe om te lanterfanten en hiervan te kunnen genieten, maar voel me in plaats daarvan doorlopend schuldig, omdat ik dan mensen tekort doe. Om gék van te worden.
Minder werken
Door alle toestanden vanuit de gemeente, werd al snel duidelijk dat de omzet in 2020 sterk zal verminderen. In normale taal: we kunnen veel minder cliënten gaan helpen dan dit jaar, omdat we minder budget krijgen. Ik heb toen, met heel veel tegenstrijdige gevoelens, besloten dat ik maandags niet meer ga werken. En nu ik zo op mijn toppen loop, komt dat wel even prima uit. Ik besef me als geen ander dat dit heel teleurstellend is voor velen. Ik kan minder cliënten zien, minder mensen flexibilieit verschaffen qua werktijden, ik kan minder vaak bij overleggen aanwezig zijn en ook mijn stagiaire minder zien in de begeleiding.
Practice what you preach
Maar ik voel tegelijkertijd dat dit nu heel erg nodig is. Voor mijzelf, maar ook om me gezond en sterk te houden om alles aan te kunnen. Om eens echt tijd voor ontspanning te hebben als ik daarvoor kies, maar ook om me eindelijk eens meer met het ondernemen bezig te kunnen houden. Iets dat een verwaarloosd kindje is geworden door de drukte van de afgelopen jaren. Terwijl ik mijzelf beloofd heb te doen waar ik gelukkig van word. Dus wordt het tijd om ‘practice what you preach’ in de praktijk te brengen.
Goede voornemens voor 2020
Vertaald naar goede voornemens heb ik er een aantal:
- meer supervisie geven
- starten met opleiding van de schrijversvakschool (om nou eens écht te gaan schrijven!)
- mezelf uitdagen op sportief gebied en ontspanning in het sporten zoeken
- meer tijd om te lezen en te schrijven
- helpen met klussen (in het kader van gedeelde smart…)