Hoera! Fosse heeft ook zijn A diploma!
Geslaagd voor A diploma
Ja, er is weer een mijlpaal bereikt in ons huishouden, want ons middelste kind is inmiddels ook trotse bezitter van zwemdiploma A! Al eerder haalde Meia haar A-diploma, en daarna binnen 4 weken haar B en een poos later ook haar C. Meia begon op wat latere leeftijd, terwijl Fosse met 4 jaar al het water in dook. Leuk om die verschillen ook te zien in ontwikkeling.
Hard werken loont
Fosse is apetrots op zijn diploma, en terecht! Hij heeft hem dubbel en dwars verdiend, door er keihard voor te werken. In tegenstelling tot zijn oudere zus ging het hem namelijk niet zo eenvoudig af. En laten we eerlijk zijn, tegenwoordig is afzwemmen voor je A-diploma al heel wat! Voor mijn gevoel moeten de kinderen meer kunnen dan je vroeger met A en B samen moest doen. Niet zo gek dat er met gemak een jaar tot 1,5 jaar over wordt gedaan.
Verschillen in ontwikkeling
Omdat Meia toch al daar zwom, was het logistiek wel zo makkelijk om Fosse meteen te laten beginnen met zwemles, aangezien we ook voor hem een pakketprijs hadden. Het maakte dus niet zoveel uit hoe lang hij erover zou doen. Dat betekende in de praktijk wel dat hij al met 4 jaar begon, ruim een jaar vroeger dan Meia. Kinderen hebben vaak pas met 5 jaar voldoende kracht om goed mee te komen. Maar Fosse is een waterrat en had zin in de zwemles, dus er was voor ons geen reden om ermee te wachten.
Waterrat
We hadden dan ook wel voorzien dat Fosse wat langer de tijd nodig zou hebben, omdat hij aan kracht nog wat tekortschoot. In de eerste maanden bouwde hij die trouwens best goed op met al dat zwemmen, zeker toen hij ook begon met korfballen op de zaterdag. Alle beetjes beweging helpen, en uiteindelijk werpt het zijn vruchten af. Dus vorderde Fosse gestaag. Fosse was echter een ongeleid projectiel met vrij zwemmen, in tegenstelling tot de lessen.
Bang en onzeker
Wat was er aan de hand? Fosse had in het begin een vrij strenge juf. Eentje die soms bijna onredelijk fel reageerde op de kinderen, waarbij zij bijvoorbeeld kinderen in het gezicht spetterden als ze niet opletten. Gevoelig als Fosse is, schrok hij hier heel erg van. Ook al was hij zelf niet het doelwit, hij was als de dood dat hij dat wél zou zijn. Voor Fosse werd de druk om het goed te doen ineens torenhoog. De vrije waterrat die ik kende, was niet meer terug te zien.
Met tegenzin naar zwemles
Er volgden een aantal maanden waarin Fosse met tegenzin naar zwemles ging. Stilletjes zat hij dan in de auto, tot hij op een gegeven moment zei: ‘eigenlijk vind ik zwemles helemaal geen leuke sport’. Dat vond ik aandoenlijk en sneu tegelijkertijd. Blijkbaar leefde Fosse al die tijd in de veronderstelling dat hij dit deed omdat wij dachten dat hij het leuk vond, dat het een vrijwillige keuze was. Gelukkig konden we daarna goed duidelijk maken dat dit niet een kwestie van ‘leuk vinden’ was, maar noodzakelijk voor de veiligheid. Maar leuk vond hij het inderdaad niet meer.
Positieve aansporing
Toen de auto bij ons kapot gingen, hadden we een tijdlang geen vervoer, waardoor Fosse niet naar zwemles kon en weer wat terugzakte in niveau. Na deze intermezzo was er gelukkig een andere zwemjuf bijgekomen, waarmee Fosse een betere klik leek te hebben en waardoor hij ineens de smaak weer te pakken kreeg. Er was tijdens de vakantie ook een inval badmeester die instak met humor en positieve aansporing bij de kinderen, waardoor Fosses motivatie en tijdelijke en broodnodige boost kreeg. Hij ging ineens met sprongen vooruit.
Belemmerende onzekerheid
Waar Meia met een zelfdiscipline en plichtsgevoel zichzelf de lessen door sleepte, wordt Fosse helaas vaker geremd door zijn eigen onzekerheid. Onbewust vergelijkt hij zichzelf met anderen, die soms al veel ouder of verder zijn, of inderdaad sneller dan hij. Dat gooit onzichtbare barricades op de weg. ‘Ik kan het niet’ is nooit ver weg, en ‘het lukt me niet’ ligt altijd op de loer.
Bevestiging
Toen we, met enig aandringen, het halve diploma hadden geregeld, kreeg Fosse de bevestiging die hij nodig had: hij kan het wél. Voor de helft in ieder geval. Het afbouwen van de kurkjes was voor hem dan ook spannend. Alleen al het idee dat hij het zonder moest, was voor hem een reden om het niet te proberen. Toen ze eenmaal afgingen, zwom hij als een speer. Het duurde niet lang voor de felbegeerde woorden klonken: ‘Fosse, je mag afzwemmen’.
Zelfvertrouwen
En na die boodschap was hij terug. Ons ongeleide projectiel, ons waterratje. Met salto’s en bommetjes wierp hij zich in het water. Geen angst meer te bekennen. Hij had namelijk van buitenaf gehoord dat hij het kon, dus kon hij het. Er was nog één hobbeltje: het afzwemmen. Maar hij ging er ontspannen heen. Hij kon het immers, was hem verteld. Eenmaal daar, met al dat publiek, was het toch een beetje spannend. Maar dat mag natuurlijk.
Trots!
Bij de boodschap ‘nu mogen jullie drie rondjes op je buik zwemmen’ zag ik Fosse een diepe zucht slaken. Bij voorbaat al moe. Maar hij deed het. Het koste moeite. De stilte doorbroken door ingespannen geluidjes en kreungeluidjes van het vele zwemmen. Uiteindelijk heeft hij alles gedaan en kreeg hij dan eindelijk zijn diploma. Zo verdiend! Ik ben zo blij dat hij die in ieder geval binnen heeft. Nu verder voor B, en volgen hoe dat gaat.