De focus op gedrag
Richt je op het gevoel!
De laatste jaren dringt het steeds meer tot mij door: er gebeurt iets geks als wij als ouders gestrest zijn. Ik schreef al eerder over het reptielenbrein, wat ouders ook hebben bij stressvolle situaties. En laten we wel wezen, die zijn er nogal eens met kinderen. Steeds vaker merk ik dat ik in gesprek met ouders dezelfde onderwerpen probeer duidelijk te maken. Want als wij als ouders gestrest zijn, richten wij ons op het gedrag van ons kind.
“Je doet ook nooit wat ik zeg!”
“Hou daar mee op!”, “kun je nou niet beter opletten?”, “waarom doe je dat nou!”. Of, naderhand tegen mij of anderen: “het is altijd hetzelfde, ik kan het 100x zeggen maar dan doet hij het wéér!”, “het lijkt wel of ze het erom doet!”, “het is het ene oor in, het andere oor uit”. En als ‘oplossing’: “ja, ga maar weer op de trap”, “je krijgt een time-out”.
Interne processen
We vergeten hier iets essentieels. Gedrag is slechts de productie van ons zijn. Huh? Ja. Denk er even over na. Wie zijn wij als mens? Wij bestaan uit behoeftes, gevoelens, intenties, gedachtes, ideeën, neigingen… allemaal abstracte interne processen waarvan gedrag het resultaat is. Een kind is daarin nog heel puur. Het heeft heel weinig rem of controle over al deze processen. Laat staan dat het zich voldoende bewust is hiervan. Nee, je kind pákt gewoon dat koekje van de schaal, want dat is lekker en hij heeft er zin in. Je dreumes giet gewoon die beker langzaam ondersteboven op het tapijt, want ze is nieuwsgierig naar de steeds groter wordende donkere vlek die dan ontstaat.
Zwaktebod
Ik ga het nog sterker uitspreken. Je alleen maar richten op het gedrag van je kind is een zwaktebod. Maar wel volkomen menselijk. Wees niet bang, ik maak me er net zo schuldig aan. Ik zal het proberen uit te leggen, want het is best wel ingewikkeld, maar wel zo belangrijk om te begrijpen. Want pas als je iets goed begrijpt, heeft het ook zin om het aan te pakken, toch?
Zelfverdedigingsmechanisme
Je richten op het negatieve gedrag van je kind gebeurt uit een soort zelfverdedigingsmechanisme. Er gebeurt iets onder jouw toezicht, dat je liever niet zo had gezien. Denk aan pubers die toch wel hun eigen zin doen, of je dochter die weigert haar schoenen aan te trekken. Je kan op je kop gaan staan, maar in die situaties voel je je gewoon machteloos. En dat machteloze gevoel is funest voor ons. Het maakt ons kwetsbaar, want op zulke momenten voelen we ons falen. Het lukt ons niet ons kind naar ons te laten luisteren. Het lukt je niet om de situatie te veranderen.
Machtsstrijd
Vaak voelen we ons weer klein op zulke momenten. Misschien is het een oud gevoel dat ineens wordt getriggerd, waardoor je zo fel reageert. Hoe dan ook, door deze woede wordt het onmogelijk om te kijken naar de oorzaak van het gedrag van je kind. Want in de meeste gevallen is onze reactie veel milder, wanneer we begrijpen wat ons kind ertoe dreef zo te doen. Het veranderen van zo’n impasse, in dit geval een machtsstrijd met je kind, vraagt dus iets heel moeilijks van ons als ouders: jezelf verplaatsen in je kind op het moment dat je zélf boos of gefrustreerd bent. Wat voelt je kind, wat dacht het, wat wilde het doen, ontdekken, leren, of wat was zijn behoefte? Wat wilde het misschien duidelijk maken aan je, welke boodschap heeft hij? Wat zou maken dat zij keer op keer zo doet?
Erkenning en begrip
Het is een fabeltje dat kinderen ons expres dwarszitten. Dat ze ons uitspelen, manipuleren of wat dan ook. Dit negatieve gedrag, net als liegen, is een uitvloeisel van het gebrek aan iets anders, iets essentieels. Begrip. Erkenning. Het besef dat je als kind wordt gezien en begrepen door je vader of moeder. Dat jouw gevoelens en behoeften er mogen zijn en ertoe doen. Dit is niet hetzelfde als het goedkeuren van het gedrag. Ik keur het heus niet goed dat jouw dochter je zoontje slaat, of dat je zoontje zijn boek verscheurd. Maar het gedrag staat los van het gevoel. Het gedrag is de reactie op de oorzaak. Het is de laatste keten in het geheel. Volg je het nog?
Terug naar de basis
Maar al te vaak voer ik het gesprek met ouders om terug te keren naar deze basis. Wat denk je, wat zou maken dat je zoontje toen zo deed? Het is grappig om te merken dat ouders ná een voorval ineens veel beter over de situatie kunnen praten: “ja hij was natuurlijk boos! Hij vond ons maar stom dat wij de tablet afpakten, want hij wilde nog verder kijken”. Dat komt omdat je, op een later moment, weer een kalm brein hebt en in rust de situatie kunt overdenken. Dan is het gemakkelijker om perspectief te nemen en je af te vragen hoe je kind zich toen voelde.
Reflecteren
Vaak moeten we daarmee beginnen: nadenken over voorvallen en bedenken hoe het voor iedereen was. Wat waren de drijfveren van jou en je kind? Wat zou je kind op zo’n moment liever hebben gehoord of nodig hebben gehad? Wat zou hem hebben geholpen weer tot rust te komen en de situatie beter te verdragen? Of makkelijker jouw nee te accepteren? Vaak zit hierin de sleutel: wanneer je hiervan een idee hebt, en dit noemt aan je kind, zul je zien wat er gebeurt.
Afstemmen
Het is complexe materie, hoewel het voor sommigen misschien simpel klinkt. Maar ga er maar aan staan. Opvoeden is echt geen kattenpis. Wist je dat in onze interactie met onze kinderen maar ongeveer 30% van wat we doen is afgestemd op onze kinderen? Dat betekent dat dus 70% van wat wij doen (of juist niet doen) niet helpend is of niet goed aansluit op wat ons kind van ons nodig heeft. Maar dat is niet erg hoor, want die 30% is voldoende om een goede relatie op te bouwen! Zo zie je maar, goed genoeg is ook gewoon goed.