Poes is dood
Afscheid van je huisdier
April is blijkbaar de maand waarin alles moet gebeuren. Alsof een verhuizing alleen nog niet genoeg was, spelen er ook een heleboel andere zaken in deze maand. Zo moesten we afscheid nemen van onze auto, kreeg Steef in deze maand duidelijkheid over zijn baan behouden én moesten we iets regelen voor de zwangerschapsverlof van onze nanny. Maar blijkbaar kan er in zulke situaties altijd nog iets bij. Misschien onder het mom ‘als het golft, dan golft het goed’? Misschien omdat we dan in één klap maar alles achter de rug hebben?
Maatje
Al sinds mijn 15e heb ik een maatje op vier poten. Een klein gezelschap die door de jaren heen een soort vanzelfsprekendheid in aanwezigheid is geworden. Mijn kat. Vanzelfsprekend verhuisde zij met ons mee toen ik op mezelf ging wonen. Toen de kinderen kwamen, was de poes er altijd geweest. Het was geen knuffelkat. Eerder een dierlijk variant van Paris Hilton: arrogant en niet erg snugger. Maar wel mooi om te zien.
Einzelgänger
Poes was meer op zichzelf. Hoewel ze met de kinderen wel steeds toleranter werd, koos ze al snel het hazenpad als er klein grut teveel in haar buurt zat. Of, als het haar echt niet zinde, haalde uit om haar punt duidelijk te maken. Ik kan het me ook wel voorstellen, als Signe weer eens besloot om haar aan haar staart de kamer door te trekken.
Eerste woordje
Grappig genoeg was het eerste woord van de meiden ‘poes’. Toen ze nog jong waren, tot de peuterleeftijd ongeveer, had Poes een enorme aantrekkingskracht op ze: het bewegende beestje lokte bij de meiden vaak een aanstekelijk gelach uit. Nu ze wat ouder zijn, liggen hun interesses toch meer bij andere zaken. Toch moet ik zeggen dat de oudste twee het altijd leuk bleven vinden om de poes binnen te laten en het eten te regelen.
In laten slapen
Door de jaren heen werd Poes steeds onhandiger, zwaarder, dementer en luier. Ze verwisselde, tot onze grote ergernis, helaas ook regelmatig haar kattenbak met andere plekken in huis. Ook was ze soms dagen kwijt, alsof ze de weg niet meer goed terugvond. Toen we wisten dat we zouden gaan verhuizen naar een tijdelijk huurhuis, hebben we daarom gewikt en gewogen wat we met Poes moesten doen. Inmiddels 17 jaar oud, dik en met mankementen, was het asiel geen optie. Meenemen ook niet. Er bleef dus maar één optie over: haar in laten slapen. Het was een wrang besluit, onnatuurlijk: bepalen over het leven van een ander. En daarbij kwam dat het opnieuw een stressfactor zou zijn voor onze kinderen. Ik had het echter totaal onderschat hoe dit zou vallen.
Poes gaat dood
Tijdens het eten vertelden we over ons besluit en wanneer Poes zou overlijden. Direct daarom begonnen Fosse te huilen: ‘ik vind het zo zielig!’. Misschien naïef, maar dit kwam voor ons echt uit de lucht vallen. Ten eerste hadden we niet gedacht dat hij al direct zou begrijpen wat deze mededeling inhield. Maar ook niet dat het hem zoveel verdriet zou doen. Het was dan ook vooral Fosse die deze dagen erna veel vroeg over het doodgaan, over het inslapen en zijn verdriet hierover uitte. Kort daarop kwam hij met de prachtige tekening van de poes thuis. Hij was er veel mee bezig.
Verdriet en piekeren
Ook wilde Fosse graag nog op de foto, ter herinnering aan Poes. Meia leek meer plichtsmatig te voelen dat dit nu eenmaal zo hoorde, en leek minder verdrietig. Tot de avond voorafgaande aan de dag van het inslapen. Meia lag om half 10 nog wakker: het bleek dat ze lag te piekeren en het zo zielig vond dat het die volgende ochtend zou gebeuren. Ook hier bleek er meer in het koppie om te gaan dan we dachten.
Behoefte aan concreet
Op de bewuste dag werden de laatste knuffels gegeven, de laatste foto’s genomen, want ze wisten: vanmiddag is Poes dood. Het was een raar besef. En hoe grillig kinderen met de dood omgaan, blijkt ook wel uit het feit dat er ’s middags gewoon werd afgesproken met een vriendinnetje. Fosse wilde juist bij Poes kijken. Niet aaien. Ook dit is iets natuurlijks: kinderen raken nooit zomaar dode dieren met hun handen aan. Ze weten instinctief dat dit niet prettig is. Fosse vroeg vervolgens hoe alles was gegaan. Hij leek rust te vinden in de concrete antwoorden.
Begraven
Toen Meia eind van de middag thuis kwam, was ineens het besef weer daar. Ze barstte in huilen uit en vertelde snikkend hoe ze had geprobeerd zichzelf op te vrolijken, maar ze kon de tekst van het liedje niet meer herinneren omdat ze zo aan Poes dacht. Het was hartverscheurend om haar zo verdrietig te zien. Zoals we hadden afgesproken, gingen we Poes begraven. Hier heb ik bewust voor gekozen, zodat het meteen duidelijk afgesloten wordt voor iedereen én omdat het duidelijk is wat er gebeurd als je begraven wordt. Misschien cru, maar ik heb het moment ook aangegrepen om ze alvast kennis te laten maken met de dood, met afscheid nemen.
Afscheid nemen
Het graven, steentjes en takjes zoeken als versiering en met zijn allen het grafje maken was helpend. Meia en Fosse hadden ‘een taak’, het voelde alsof ze nog iets konden doen, en dat was prettig. De takjes en steentjes werden geschikt en er werd gedag gezegd. Die avond sliepen ze allebei goed. Maar dat het verdriet langer duurt, is wel duidelijk. De volgende dag waren de oudste twee nog van slag op school. Na school hebben ze hun tekeningen en bloemen bij het grafje gelegd. Het is fijn dat ze kunnen zeggen wat ze voelen, en een plekje hebben om heen te gaan.